Heb je de knoop doorgehakt om te gaan renoveren en kies je ervoor om de renovatiewerkzaamheden met een totaalpartner te doen? Dan zijn er twee manieren waarop er arbeidskrachten kunnen worden ingezet:
- De aannemer voert alle renovatiewerkzaamheden met eigen personeel uit. Dit zijn arbeiders in loondienst.
- Er wordt volledig (of deels) beroep gedaan op een onderaannemer. Deze onderaannemer kan een bedrijf zijn, of één persoon in de vorm van een freelancer.
Beide manieren van werken hebben hun voor-en nadelen. We zetten ze op een rij.
Inhoud
1. Eigen personeel/arbeiders in loondienst
In deze situatie heb je een bedrijf waar de medewerkers in loondienst werken. De bedrijfseigenaar kiest zelf welke opleidingsgraad zijn mensen moeten hebben. En bewaakt de waarden en kwaliteit waar ze voor staan. Je hebt als consument dus een duidelijk beeld van de mensen met wie je in zee gaat. En zijn immers geen losse eindjes qua onbekende derde personen die anders nog bij je project betrokken worden.
De aannemer heeft alle touwtjes in handen en beslist wie/wanneer op welk project werkt. Hij kan zelf anticiperen en schakelen. Eigen personeel kan je aansturen en inzetten naar je eigen wensen als ‘baas’. Er is geen risico dat als de werf eenmaal in uitvoering is, de werf niet verder kan omdat een onderaannemer afhaakt.
Nadelig is wel dat de aannemer maar zo veel renovatiewerkzaamheden kan aannemen als zijn mensen aankunnen. Hierdoor krijg je mogelijk te maken met een langere leveringstermijn en/of langere uitvoeringsperiode. Ook bij het ‘uitvallen’ van mensen (verlof, ziekte, opleiding) is het moeilijker schakelen om de verloren tijd in te halen, omdat vervangers niet (meteen) voorhanden zijn.
De bouwtechnische flexibiliteit is ook een stuk beperkter. Immers het is weinig realistisch om op elk vakgebied in de bouw, alle expertise bij eigen personeel te kunnen vinden. Er zijn zo veel materiaalkeuzes, technische oplossingen, etc. Hierdoor word je als consument mogelijk meer in een keurslijf geduwd.
Droom je bijvoorbeeld van een naadloze onderhoudsvriendelijk doucheafwerking, maar is de kennis niet in huis? Dan dien je voor een andere keuze te gaan. Heeft het bedrijf geen expertise met kamerhoge ramen? Dan ben jij degene die water bij de wijn moet doen.
2. Onderaanneming
Werken in onderaanneming biedt twee grote voordelen: expertise en flexibiliteit op vlak van planning.
Expertise
De evolutie in de bouw staat niet stil. Zeker op vlak van energetisch verbouwen worden er elk jaar weer stappen gezet in technische ontwikkelingen. Werkt je totaalpartner metonderaannemers dan is er flexibiliteit, om op basis van de gewenste oplossing, een geschikte partner aan te stellen. Je hebt dan bijvoorbeeld de mogelijkheid om voor een hybride verwarmingsinstallatie systeem te kiezen (combi gas-en warmtepomp), waarbij in functie van bezonning, buitentemperatuur en kostprijs gas/elektriciteit, automatisch wordt beslist of de gasketel of warmtepomp aan het werk gaat.
Je bent ook op esthetisch vlak niet beperkt tot bepaalde keuzes. Denk bijvoorbeeld aan vloerafwerkingen. Van een aannemer met eigen personeel kan je moeilijk verwachten dat die elke mogelijk vloertechniek in huis heeft. Werk je met losse partijen, dan kan dat wel: de onderaannemer kiest op basis van jouw wensen de juiste specialist om mee te werken.
Planning
Ook op vlak van leveringstermijn en doorlooptijd is er meer flexibiliteit. Immers de hoofdaannemer beschikt waarschijnlijk over een poule van verschillende samenwerkingspartners. En kan zo anticiperen en schakelen waar nodig.
Nadeel is wel dat dit een goede coördinatie en communicatie vraagt met de verschillende onderaannemers. Het is toch van een andere orde als je andere bedrijven moet ‘commanderen’, tegenover dat je eigen arbeiders kan coachen en aansturen. Belangrijk is dus dat je totaalpartner over competente projectleiders (of werfleiders) beschikt.
Hoe worden de prijzen opgebouwd?
Dan nog even een belangrijke vraag: Hoe worden de prijzen opgebouwd in beide systemen?
- Bedrijf met eigen personeel:
Een bouwpost bestaat uit werkuren, materiaal, materieel en vaste kosten. Voor de bouw zijn er vastgestelde looncategorieën (waar je als bedrijf wel boven kan gaan zitten). Op die lonen zal het bouwbedrijf een verkoopmarge opnemen. Hetzelfde geldt voor de aankoop van het materiaal. Daarbij komt nog het inzetten van materieel en vaste bedrijfskosten. Zo kom je aan een totale verkoopprijs. We leven in een vrijemarkteconomie, dus welke marges er genomen worden, is helemaal aan de aannemer om zelf te bepalen. Deze zijn ook afhankelijk van de extra services, garanties en kwaliteit die er geboden wordt.
- Hoofdaannemer met onderaannemers
De hoofdaannemer vraagt een prijs op bij de onderaannemer en rekent daar zijn marge bovenop. We spreken hier over 20 tot 30 procent. Je zou dus kunnen redeneren dat je bij dit systeem duurder uit bent. Maar let op: er is een mogelijkheid dat de hoofdaannemer goedkoper inkoopt bij die onderaannemer dan jij zou doen. Waardoor de aankoop via de onderaannemer per definitie niet altijd die 20 à 30 procent duurder hoeft te zijn dan de prijs die jij krijgt als je als particulier de aparte vakmannen benadert.
Ons advies
Wil je de goedkoopste oplossing en is keuzevrijheid in materialen en technische oplossing niet belangrijk? Dan is een hoofdaannemer die alles in eigen beheer doet een meerwaarde voor jou.
Wil je keuzevrijheid in materialen en toegang tot alle nieuwe technische ontwikkelingen? Dan is het systeem van de hoofd-onderaanneming interessant voor het uitvoeren van de renovatiewerkzaamheden. In dat geval heb je ook meer flexibiliteit in planning.
Er is ook nog de mogelijkheid van een combinatievorm van eigen personeel met een onderaanneming. Dit is een interessante piste als je de voordelen van beide systemen wil combineren. Je werkt dan samen met een bedrijf dat zelf vakmensen/arbeiders in loondienst heeft. En een deel van de renovatiewerkzaamheden dus zelf uitvoert. Maar die daarnaast voor bepaalde bouwloten wel de markt opgaan. Zo is er toch flexibiliteit qua planning. En kunnen bepaalde expertises buitenhuis gezocht worden. Een kwestie van ‘best of both worlds’.